Er is een jongen in de klas en die doet de laatste tijd best wel aardig, vind hij mij leuk?
Af en toe fiets ik met hem naar huis.
Hij lacht veel met me.
Praat veel met me.
Pakt vaak iets van me af.
Doet veel aan plagerijen.
En hij helpt me als er gemene grappen over me worden gemaakt.